Historie
De Geboorte van een Alternatief
De oorsprong van V.S.L. Catena ligt in het midden van de Tweede Wereldoorlog. In de bezettingstijd ontstond er onder Leidse studenten een sterke behoefte aan eenheid en saamhorigheid, de zogenaamde Civitas Academica-gedachte. Het doel
van deze gedachte was hoogstaand: een universiteit waarin professoren, wetenschappelijk personeel en studenten een hechte gemeenschap – een Civitas – vormden.
Na de bevrijding werd besloten dat het middel om deze saamhorigheid onder studenten te bereiken, een grote gezelligheidsvereniging moest zijn voor mannen (het LSC) en een voor vrouwen (de VVSL). Andere verenigingen hieven zichzelf
op, in de overtuiging dat een studentenwereld het hoogste goed was.
Het ideaal was prachtig, maar de praktijk weerbarstig. Al snel werd minder dan de helft van de mannelijke studenten lid. Na een onderzoek onder de niet-leden, ontstond een Actie-Comite. Dit comite organiseerde in juni 1951 een bijeenkomst
en besloot een nieuwe vereniging op te richten met een andere basis dan het LSC: andere sfeer, lagere eisen, en meer vrijblijvendheid.
Op 7 mei 1952 was het officieel: de Societas Studiosorum Academiæ Lugduno Batavorum cui symbolum (S.S.A.L.B.c.s.) ‘Catena’ werd officieel opgericht in cafe de Valk aan de Steenstraat in Leiden. Een relatief kleine afsplitsing,
maar met een duidelijke missie.
De oprichting
De jaren na de oprichting werden gekenmerkt door een intense, acht jaar durende strijd. Catena bestond, maar was nog niet officieel erkend door het Consilium (de studentenraad).Catena’s belangrijkste argument was dat het oorspronkelijke
idee was gefaald en dat een gedifferentieerde structuur een beter middel was om het doel van universitaire saamhorigheid te bereiken.
Catena kreeg in deze beginperiode wel veel steun van de Landelijke Federatie van Unitates en Bonden. Begin 1956 kreeg de vereniging daarin de status van ‘waarnemer’. Twee jaar later werd zij volwaardig lid.
Op 14 november 1960 werd Catena, na een lange en moeizame discussie, officieel erkend door het Consilium. De strijd om het bestaan was voorbij en de basis was gelegd. Toen in 1963 de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden
vond dat hun ledenaantal te groot werd, besloot een aantal van haar leden de overstap te maken naar Catena. Vanaf dat moment werd Catena een gemengde vereniging.
Schommeling in het ledenaantal
Na aankoop van het pand groeide het ledenaantal explosief. Tussen 1962 en 1969 steeg het aantal leden van ruim 300 naar bijna 1.000 leden. Tesamen met deze groei vonden de politieke omwentelingen van de zestiger jaren plaats. Veelal
vormden zich twee kampen: het Senaat als linkervleugel en het Sociëteitsbestuur als rechtervleugel.
De linkervleugel binnen Catena wist na 1968 steeds meer voor haar belangrijke zaken tot stand te brengen. Dit had uiteindelijk tot gevolg dat de rechtervleugel uitstierf. Catena verhuisde in 1972 naar het pand aan de Kolfmakersteeg en vlak daarvoor daalde het ledenaantal van 1.000 naar 200 leden. Catena raakte hierdoor haar ‘alternatieve’ voortrekkers positie kwijt en probeerde zich als ‘kleine vereniging’ te profileren. Dit lukte uitstekend: Catena werd nóg kleiner.
Het Tegendraadse
Het tegendraadse is een constante in Catena’s geschiedenis. In 1976 lanceerde de ledenwerfposter met de slogan “Catena, ook voor mafketels.” Deze benadering vestigde Catena’s reputatie als de tegendraadse vereniging.
Onze rood-zwart-witte posters overspoelden Leiden, maar onze tegendraadsheid stopte niet bij de eigen werving.
Vanaf 1987 begonnen leden actief met het maken, plakken en verhandelen van parodieën op de wervingsposters van álle Leidse verenigingen, inclusief parodieën op Catena zelf. Nogsteeds is Catena de vereniging met de onderscheidende
tegendraadse identiteit binnen Leiden.
Tegenwoordig
Vanaf 1990 ging het met Catena weer veel beter. In 1998 werd het pand verbouwd. Inmiddels heeft Catena meer dan 900 leden en groeit nog steeds. De feesten worden groter, de commissies krijgen het drukker en er komen meer mogelijkheden voor leden om zich te vermaken en ontwikkelen.